Ook in mijn eigen jeugd liep ik al aan tegen het redekundig en taalkundig ontleden.
Redekundig ontleden is zinsdelen benoemen (werkwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, persoonsvorm etc.) Taalkundig ontleden is woord benoemen ( zelfstandig naamwoord, bijvoeglijknaamwoord, lidwoord etc.)
De vraag die telkens weer bij mij opkomt is: Wat is de reden dat scholieren daar jarenlang mee geterroriseerd worden? Wanneer ik pubers coach vraag ik altijd aan hun ouders in welke mate zij dat in hun werk inzetten. Het antwoord is steevast ‘nooit’.
Waarom zijn wij het dan aan het aanleren en zorgt dit altijd voor dalende cijfers Nederlands?
Als ik een docent Nederlands tegenkom dan stel ik altijd deze vraag uiteraard ook altijd.
1. Het eerste antwoord dat ik dan krijg is: ‘Omdat het gevraagd wordt.’ Dat lijkt mij persoonlijk een slechte reden om iets te gaan doen.
2. Daarna komt het argument: ‘Voor het aanleren van talen is het handig’ Nu kan ik mij voorstellen dat wanneer je in het Engels moet weten dat het bijvoeglijknaamwoord voor het zelfstandig naamwoord moet komen te staan, dat het makkelijker te leren is in je eigen taal dan in het Engels maar waarom dit tot na derde klas voortgezet onderwijs wordt aangeboden is mij een raadsel. Daarbij heeft een docent Engels het volgens mij altijd over een adjective en nooit over een bijvoeglijk naamwoord, dus gaat het argument ook enigszins mank.
3. Men zegt ook wel dat het een verrijking is van het taalonderwijs. Of dat het een verschraling van het taalonderwijs is wanneer je het weg zou laten. Hmm … ik denk er het mijne van.
Er wordt veel tijd gestopt in de uitleg en veel tijd in het aanleren (en dan heb ik het nog niet over de frustratie die het met zich meebrengt).
Stel je nou voor dat je de tijd die hieraan besteed wordt zou inzetten om met leerlingen over communicatie te praten, over omgangsvormen en conflictbeheersing. Leren jezelf te verplaatsen in een ander. Leren te kijken naar het waarom een ander een bepaalde houding aanneemt. En hoe je ondanks verschil van mening toch samen door een deur kan. Daar heb je je hele leven wat aan.
Ik sprak een keer een docent Nederlands en die zei: ‘Ik vind het zelf zo’n leuk onderwerp die zinsontleding! En er zijn ook leerlingen die het leuk vinden.’ We kwamen tot de conclusie dat het een goed idee zou zijn om een Nederlands alpha en bèta aan te bieden. Ik denk dat daar heel veel leerlingen blij van worden!