Zo’n 20 jaar geleden rolde ik de wereld van kindercoaching in. Een vakgebied dat nog volledig in de kinderschoenen stond, maar waar ik me wel direct in thuis voelde. Misschien wel omdat ik me zo kon identificeren met die kinderen die vol goede moed iedere dag naar school gaan en toch het idee hebben dat ze daar niet helemaal hun taal spreken.
Het werken met kinderen vond (en vind!) ik ontzettend leuk, maar ze staan niet direct op je stoep nadat je een bordje hebt opgehangen bij de voordeur. Ook niet als je – zoals in mijn geval – vlak bij een basisschool woont en er dagelijks heel wat kinderen en ouders langs je deur lopen.
Ik moest de boer op, laten weten dat ik er was en wat ik voor kinderen kon betekenen. Maar hoe pak je dat aan als je vrijwel vanuit het niets begint? Ik kon het prima bedenken, ik zou regelmatig informatiebijeenkomsten gaan houden en keek rond of ik ergens (voor weinig :-)) een locatie mocht gebruiken.
Nou is het niet dat ik van nature zo’n held ben die in de spotlights gaat staan. Sterker nog, ik was zo zenuwachtig dat ik mijn huisarts vroeg of zij me niet iets kon voorschrijven waardoor ik de spanning een beetje de baas kon blijven.
Dat op die eerste informatiebijeenkomsten vaak maar 1 of 2 mensen afkwamen, deed niets af aan de spanning. Wat daar uiteindelijk wel voor zorgde was dat ik iedere week mijn verhaal deed en dat steeds beter in de vingers kreeg. Babystapjes. Het gaf me steeds wat meer zelfvertrouwen en dat had ik hard nodig toen ik mijn eerste cliënten kreeg.
Want daar lag direct de volgende hobbel. Bij aanvang al had ik me voorgenomen om als man niet in m’n eentje kinderen te coachen. Ouders erbij! Maar het betekende ook dat ik minimaal 1 maar vaak 2 volwassenen in de ruimte erbij had die me op m’n vingers keken. Ik kan je verzekeren, dat is niet lekker ontspannen werken.
Net zoals ik groeide tijdens de informatiebijeenkomsten, groeide ik ook van het coachen van kinderen en de contacten met ouders. Weer babystapjes, maar ook dat gaf me steeds meer zelfvertrouwen.
Er volgden opleidingen voor onderwijs- en zorgprofessionals, gesprekken en MDO’s op scholen en contacten met jeugdzorgregio’s. Dat doosje tabletjes van de huisarts had ik allang niet meer nodig. Toch heeft het nog jaren ergens in een hoekje in mijn tas gezeten.
Tegenwoordig word ik niet meer zo snel zenuwachtig. De babystapjes zijn uitgegroeid tot hele stevige stappen. Ik heb een antwoord op alle vragen. Sterker nog, ik weet al welke er gaan komen voor ze zijn gesteld.
De moraal van dit verhaal? De grootste leerschool is de praktijk. Je kunt nog zoveel theorie verstouwen en opleidingen volgen, je zal toch echt een keer aan de slag moeten. In het diepe duiken en weer bovenkomen.
Dat geldt niet alleen voor kinderen, maar ook voor jou en mij.
O ja, zo’n bordje bij de deur werkt overigens wel. Ik denk dat er het al een jaar of 6 hing toen ik werd gebeld door een moeder die vertelde dat ze al jaren vrijwel dagelijks langs mijn huis liep en nu voor haar kind hulp zocht. Soms moet je gewoon geduld hebben ;-).