Ik las een artikel over een moeder met een zoon, die ADHD heeft. Hij kan zich moeilijk concentreren, is hyperactief en impulsief. Hij kreeg medicijnen (Ritalin). Zijn moeder herkende haar zoon niet meer: ze ontdekte dat hij ongelukkig, passief en teruggetrokken werd door dit medicijn. Hij was wel stil en rustig in de klas, maar hij leerde niets bij.
Het verontrustte zijn moeder en ze besloot te stoppen met het medicijn. Ze besloot haar zoon vooral structuur te geven. Daar waar zij vaak toegeeflijk was, begon zij hem structuur te bieden. Ja is ja, nee is nee.
Ze heeft gezorgd dat haar zoon volgens een vaste routine leeft, hij staat elke morgen op hetzelfde uur op. Dan moet hij zijn kamer opruimen en zijn ontbijt klaarzetten. Daarbij zijn manieren belangrijk, hij moet oogcontact maken en antwoorden op vragen. Als hij van school komt, krijgt hij meteen een snack en een kop thee, daarna gaat hij op zijn kamer zijn huiswerk maken. Hij gaat steeds op hetzelfde uur slapen.
Ze werken met een beloningssysteem. Als hij te laat is of hij doet druk, mag hij niet op de computer. Zo heeft hij geleerd zijn gedrag te controleren Sinds dit toegepast wordt, treedt er een grote verandering op. Het ging natuurlijk niet meteen, maar geleidelijk merkte ze wel een verbetering in zijn gedrag op.”
Ook in mijn praktijk heb ik regelmatig te maken met kinderen, die de regie van hun ouders hebben overgenomen. Duidelijkheid is het devies, ‘Ik ben de ouder jij bent het kind’. De ouder bepaalt.
Vandaag lees ik een stukje in de krant: een meisje komt thuis met een negen voor een proefwerk. Moeder vraagt aan haar, wat er is mis gegaan. Je kan ook doorschieten …