Geachte dames en heren van het CITO, NIO en andere onderwijskundigen,
Ik wil u onder de aandacht brengen uw wijze van toetsen. Misschien heeft u er plezier in om vragen zo te stellen dat er een kleine valkuil in zit. Of misschien bent u zich niet bewust dat zeker 20% van de kinderen hier grote moeite mee hebben. Niet omdat zij niet slim genoeg zijn. Nee, juist omdat zij eigenlijk te slim zijn voor uw sommetjes.
Maar ja, fout is fout en daar gaat weer een slecht cijfer het leerlingvolgsysteem in. Te slim. Hoezo te slim?
Kinderen met een rechtsgeoriënteerde leerstijl nemen uw valkuil heel letterlijk en beantwoorden de vraag eigenlijk goed, maar die oplossing staat niet in uw antwoordformulier dus is het fout. Volgt u mij nog? Waarschijnlijk niet … en dat is nou precies wat deze categorie kinderen overkomt met uw opgaven.
Deze kinderen zijn in staat om uw opgaven van verschillende kanten te bekijken. Al snel dringt de vraag zich bij hen op ‘Wat willen ze van me’? In de tijd dat ze bezig zijn om deze interne vraag te beantwoorden, gebeurt er niets. Dat leidt tot tijdverlies, een component die u ook aardig vindt om toe te voegen. Ik zal u een voorbeeld geven.
Vader gaat een doos wijn kopen. Hij maakt gebruik van de aanbieding 12 flessen halen en 11 betalen. Een fles kost per stuk € 4,50. Wat kost een doos?
Een rechttoe rechtaan denker zou zeggen 11 keer € 4,50. Echter veel van deze categorie kinderen zullen zich afvragen: ‘Hoe kom ik aan dit antwoord?’ Tenslotte wordt er in de opgave helemaal niet gesproken over hoeveel het karton van de doos kost.
Een klein en eenvoudig voorbeeld hoe iemand simpel en onbedoeld op het verkeerde been komt te staan. Hoezo op een verkeerd been staan, ik zit toch?
Ga hier alstublieft mee aan de slag en help deze kinderen die in staat zijn om meer antwoorden te bedenken dan dat ene waar u op uit bent. Uiteindelijk laat de toets niet zien waartoe deze kinderen in staat zijn en dát was toch u bedoeling?
In beeld brengen wat de werkelijke capaciteiten van deze kinderen zijn?