Op 18 december 2014 verscheen in de krant een artikel over de verplichte rekentoets op het voortgezet onderwijs. De verplichte rekentoets wordt massaal slecht gemaakt. Zo slecht zelfs, dat er heel veel kinderen geen diploma zouden halen als het resultaat van de toets nu mee zou tellen. Vanaf volgend jaar telt de toets wel mee voor het eindexamen.
Radio 1 besteedde hier aandacht aan en liet Paul Rosemöller (voorzitter van de VO-raad) en Rick Steur (oud-hoofdinspecteur van de Onderwijsinspectie) aan het woord. Zij discussieerden twintig minuten over de wijze waarop een toets moet worden beoordeeld. Dit gaat echt nergens over. Er wordt net gedaan of dit een leerlingenprobleem is!
De veroorzaker van de slechte rekenvaardigheid van de VO leerlingen is de rekenmethodiek van de basisschool, waar men een aantal jaren geleden het zogenaamde inzichtelijke rekenen heeft ingevoerd.
Niet meer cijferend rekenen maar de sommen uit elkaar trekken om zo meer inzicht te krijgen omtrent wat er in de som gebeurt. Het is een illusie om te denken dat de leerlingen op deze wijze meer inzicht krijgen. Zij maken de opdracht en daarmee klaar. Wel doen zij er drie keer zo lang over om een som te maken. In groep 4 en 5 hebben de kinderen tot bloedens toe de tafels moeten leren, om ze vervolgens niet meer te gebruiken bij het inzichtelijke rekenen.
De oplossing is relatief simpel: leer de kinderen op de basisschool weer ouderwets cijferend rekenen (met staartdelingen, vermenigvuldigen onder elkaar en optellen en aftrekken onder elkaar van rechts naar links). Het rekenniveau zal weer stijgen en die hele toetstoestand in het VO en het MBO wordt weer overbodig.