“Woordbeelden opslaan? Visueel geheugen? Heeft u daar wetenschappelijk bewijs voor? Nee? Dat u zich met deze dwaalwegen bezig durft te houden. U beschadigt kinderen daarmee. Het is een schandaal!”
Jarenlang was dit de reactie van de gevestigde orde, de regionale dyslexie instituten, orthopedagogische praktijken, Braams, het Iwal en oudervereniging Balans, áls ze al de moeite namen om te reageren, want in veel gevallen weigerde men eenvoudig met ons te communiceren.
Verschillende onderzoeksvragen sneuvelden bij de Universiteit van Groningen. Niet omdat niemand het onderzoek op wilde pakken, wel omdat er geen begeleiders waren, die zich wilde wagen aan de afwijkende visie van de Kernvisie methode.
Echter, iets is wetenschappelijk bewezen tot het moment dat een nieuw onderzoek nieuwe conclusies trekt. Voortschrijdend inzicht noemt men dat. En dat moment is daar. Sterker nog, dat moment was al daar in maart dit jaar, want toen werd het onderzoek van Maximillian Riesenhuber, Phd gepubliceerd. Conclusie: we maken wel degelijk gebruik maken van woordbeelden en een visueel geheugen.
“We are not recognizing words by quickly spelling them out or identifying parts of words, as some researchers have suggested. Instead, neurons in a small brain area remember how the whole word looks — using what could be called a visual dictionary.
For people who cannot learn words by phonetically spelling them out — which is the usual method for teaching reading — learning the whole word as a visual object may be a good strategy.”
Dat u het maar even weet.