Daan is 7 jaar en doet groep 3 nog een keer over. Ouders hebben op advies van school mijn hulp ingeroepen om via de Kernvisie methode hem verder te kunnen helpen. Een goede beslissing, want als je laat doubleren en je gaat vervolgens alles wat eerder niet lukte opnieuw doen, dan zal het resultaat ook het zelfde blijven.
Intussen gaat het nog steeds niet lekker met Daan. Hij heeft nog steeds moeite met woordjes met een tweetekenklank. Het woord ‘kruis’ schrijft hij als ‘kreus’. Iedere letter is hij aan het spellen, want hij wil het zo graag goed doen. Nu hij gebruik leert maken van zijn visuele geheugen maakt hij flinke vorderingen. Zodra hij een woordbeeld heeft opgeslagen in zijn geheugen, lukt het hem wel om het woord juist te reproduceren.
Op een gegeven moment kwamen we bij het woord ‘lauw’ en ik vroeg hem of hij wist wat dat betekent. Hij zei ‘ja’, dus ik vroeg hem om het uit te leggen. ‘Nou’, zei hij, ‘dat is wanneer je op een bank gaat zitten en wat verder onderuit zakt’. Hij was in de war met lui.
Wanneer je een kind een woord wil aanleren is het van essentieel belang dat hij ook de betekenis er van kent.
Wanneer je het woord ‘stoel’ neemt dan is het woordbeeld het visuele element. Dat ding waar je op kunt zitten is de beleving ervan – het gevoelselement. Deze twee elementen worden aan elkaar gekoppeld en zorgen ervoor dat het woord gereproduceerd kan worden als erom gevraagd wordt.
Doordat Daan de betekenis van lauw anders interpreteerde, wordt een zin wel heel erg vreemd. Nu hij de betekenis wel kent en deze koppelt aan het woord lauw is het reproduceren geen probleem meer.