Zodra een kind niet presteert volgens het tempo dat wij met elkaar bedacht hebben, hebben wij de neiging om een intelligentietest te gaan doen. We willen namelijk vaststellen of er een reden is waarom het niet voldoende lukt. Op zich een goede gedachtegang.
Er zijn verschillende varianten van testen, maar die worden niet ingezet om te laten passen bij het kind. Een bureau heeft gewoon voor een bepaalde test gekozen. De vraag is, past het kind bij de wijze waarop de intelligentietest wordt uitgevoerd en welke invloed heeft dit op het resultaat? En erger nog, welke conclusies gaan wij er aan verbinden?
Er wordt naar mijn mening al behoorlijk snel naar dit middel gegrepen en ik kom bij de kinderen in mijn praktijk veel tegen dat zij al aan een of meerdere intelligentietesten zijn onderworpen.
Maar wat willen wij nou te weten komen met deze test? Ik lees veel resultaten van deze testen en in de meeste gevallen is het een constatering van gegevens en statements. De meeste conclusies worden geuit in termen van een verbale- en performale intelligentie. Zijn deze niet in balans met elkaar en dan wordt er gesproken van een disharmonisch profiel.
Het onderwijs heeft al in de gaten, dat wanneer er gesproken wordt van disharmonisch profiel dit ook de kinderen zijn die minder presteren in hun ogen. Het wordt dus gezien als een afwijking, een stoornis. Hier gaat het denken echter de verkeerde kant op.
Ik kan het niet vaak genoeg roepen: “Kinderen met een disharmonisch profiel hebben geen afwijking of stoornis, maar een andere leerstijl!” Een leerstijl die niet voldoende past bij de wijze waarop school de informatie aanreikt. Het probleem zit dus niet bij het kind maar bij het aanbod dat school dit kind biedt.
En zo misbruiken wij intelligentietesten om aan te tonen waarom het ons niet lukt om de leerling op niveau op te leveren voor het vervolgonderwijs.
Het zou zo moeten zijn dat wij uit de test informatie halen die moet leiden tot een betere begeleiding van en afgestemd op de leerling.
Wat ik meestal zie is dat met het resultaat van de intelligentietest er een soort berusting ontstaat ‘het ligt in ieder geval niet aan ons’. De in mijn ogen verkeerde conclusies die er getrokken worden zijn zeer kwalijk voor de verdere toekomst van de leerling én het zelfbeeld van de leerling.
In mijn vorige blog vertelde ik al dat ik bij het Mundium College in Roermond was. Deze school geeft NT2 (Nederlands als tweede taal) onderwijs aan leerlingen die uit het buitenland komen.
Na een rondleiding en een bezoek aan verschillende klassen vertelde mijn gastvrouw dat ze ook intelligentieonderzoeken afnamen. Ik begon te fronzen en dacht “Daar gaan we weer”.
Ze liet mij zien dat de testen afgestemd werden op de leerlingen die tenslotte geen of beperkt Nederlands spraken. Vaak waren het visuele testen, die verschillende vaardigheden in beeld brachten. Ze vertelde dat ze de bevindingen besprak met de docenten van de leerling, waardoor de docenten de leerstof zo konden aanbieden dat het past op de wijze waarop de leerling denkt en doet. Dus gericht op de sterke kanten van de leerling.
Dit vraagt een flexibiliteit van de docent, maar is wel volledig gericht op de leerling. En volgens mij is dit in essentie de bedoeling van het onderwijs!
En dát vind ik nou een prachtig voorbeeld hoe je de intelligentietest zou moeten gebruiken.